De grondlegger van de osteopathie is de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still (1828-1917).
Hij ging er vanuit als lichaamsweefsels hun beweeglijkheid verliezen dit nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid.
Constant is het lichaam aan het compenseren, op zoek naar balans, op zoek naar evenwicht. Zolang dit goed gaat zal je weinig klachten ondervinden, maar als het lichaam zich niet meer voldoende kan aanpassen dan ontstaan er klachten.
De osteopaat gaat op zoek naar weefsels met verminderde beweeglijkheid. Hij onderzoekt de volgende systemen;
Craniosacrale systeem;
De beweeglijkheid van de schedel, wervelkolom, heiligbeen en het zenuwstelsel.
De schedel bestaat uit ongeveer twintig botstukken die zijn verbonden door schedelnaden (suturen).
Deze schedelnaden zorgen ervoor dat er een bepaalde mate van flexibiliteit in de schedel aanwezig is.
Pariëtale systeem:
Ons bewegingsapparaat, botten, gewrichten en spieren.
Viscerale systeem;
De inwendige organen, de bloedvaten, het lymfestelsel en de vliezen.
De organen worden omwikkeld en op hun plaats gehouden door vliezen zoals het buik- en het longvlies. In deze vliezen liggen zenuwbanen, bloed- en lymfevaten die de aan- en afvoer van belangrijke stoffen verzorgen. Alle organen zijn door middel van deze vliezen met elkaar verbonden.
Omdat het lichaam een geheel is en alle weefsels met elkaar verbonden zijn, zal de osteopaat altijd het totale lichaam onderzoeken. Door de beweeglijkheid te verbeteren zal het lichaam weer beter in balans komen en zullen klachten verminderen of verdwijnen. De osteopaat gebruikt hierbij uitsluitend zijn handen, apparaten komen hierbij niet aan te pas.
De oorzaak van de klacht kan dus ergens anders gelegen zijn dan waar de pijn zich uit.
Voorbeeld. Iemand verzwikt zijn enkel. Na een tijd is de enkel weer genezen en is de pijn weg. Door die verzwikking is echter de beweeglijkheid van de enkel minder en gaan de weefsels die met de enkel verbonden zijn zich aanpassen aan de verminderde beweeglijkheid. In dit geval zijn de knie, heup en bekken verbonden met de enkel. Deze persoon kan dus bijvoorbeeld uiteindelijk last krijgen van lage rugklachten. Wanneer hij bij de osteopaat komt met rugklachten, zal door onderzoek van het totale lichaam de enkel als oorzaak van de rugklachten aangewezen worden. De osteopaat zal de beweeglijkheid van de enkel proberen te verbeteren. Op die manier zullen de rugklachten verminderen of verdwijnen.